Veilig slapen

Je baby slaapt een groot deel van de dag. Daarom is het belangrijk dat dit op een veilige manier gebeurt. Jaarlijks overlijden 25 kinderen in bed aan wiegendood en 6 kinderen door verstikking in bed. Wiegendood komt voor bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Consument en veiligheid heeft een aantal adviezen op een rij gezet die bijdragen tot een veilige slaapomgeving voor de baby.

• Leg je baby op de rug te slapen
  Dit is de veiligste slaaphouding. Je baby ligt zo met het gezichtje vrij. De eerste twee weken kan je baby ook op de zij slapen. Daarna niet meer, omdat je kind dan kan omrollen tot op de buik. Als je baby zichzelf vlot om en om kan draaien, kun je hem zelf zijn slaaphouding laten bepalen.
• Gebruik de eerste 2 jaar geen dekbed of deken in dekbedhoes
  Dit kan veel te warm zijn voor je baby. En je kind kan zich gemakkelijk onder of in het losliggend beddengoed wurmen. Dit kan de ademhaling belemmeren. Gebruik een deken met lakentje en maak het bedje stevig en kort op, voetjes tegen het voeteneinde. Of nog veiliger, trek je baby een goed passende slaapzak aan.
• Kleed je baby niet te warm
  Let op de combinatie kleding, beddengoed en kamertemperatuur. Een baby heeft het warm genoeg als zijn voetjes aangenaam aanvoelen. Zorg dat de temperatuur van de babykamer tussen de 16°C en 18°C is. Dek je kind bij koorts minder warm toe dan je gewoonlijk doet.
• Leg je baby te slapen in een wieg of bedje
  Dit is de veiligste slaapplek. Zet het bedje het eerste halfjaar zo dicht mogelijk bij je eigen bed. Houd ook overdag enig toezicht tijdens het slapen. Neem nooit je baby bij je in bed als je hebt gedronken, medicijnen en/of drugs hebt gebruikt. Ook niet wanneer je erg vermoeid of gestrest bent.
• Houd je baby vrij van rook
  Dit geldt niet alleen in huis, maar ook onderweg (in de auto) of als je ergens anders op bezoek bent. Ventileer regelmatig de kamer waar je kind slaapt, ook als je niet rookt.
• Maak de omgeving veilig
  Zet een wieg of bedje niet in de buurt van (gordijn)koorden en snoeren. Hang een mobiel buiten bereik van je kind. Het is om naar te kijken en niet om mee te spelen.
• Zorg voor een veilig bed
  Gebruik een wieg of bedje, waarvan de zijwanden ventilerend zijn. De spijlafstand moet tussen de 4,5 en 6,5 cm zijn. Kies een stevig en goed passend matras. Te zacht of afsluitend beddengoed zoals hoofdbeschermer, kussen, kussenachtige knuffels, zeiltje en waterbed kan de ademhaling belemmeren.
• Leg je kind niet vast in bed
  Je kind kan zich vastdraaien. Gebruik een slaapzak. Dit maakt het moeilijker voor een kind om zich op de buik te draaien. En het houdt je kind lekker warm. Probeert je kind uit het ledikant te klimmen? Haal dan de spijlen eruit of schaf een laag kinderbed aan. En zorg voor een zachte ondergrond, voor het geval je kind uit bed valt.
• Geef geen geneesmiddelen met slaapverwekkende werking
  Behalve als de huisarts dit voorschrijft. Dit geldt ook voor de moeder zo lang zij borstvoeding geeft.
• Verstoor zo min mogelijk rust en regelmaat
  Stel je baby niet onnodig bloot aan vermoeienissen en stress. Dit verstoort het slaapritme van je baby.
• Geef je baby bij voorkeur borstvoeding
  Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding het risico op wiegendood verlaagt. Dit geldt ook voor een fopspeen. Krijgt je kind borstvoeding, gebruik dan alleen een fopspeen als de borstvoeding goed op gang is gekomen. Bij flesvoeding kan je wel meteen een fopspeen geven.