Hielprik
In Nederland worden baby’s gescreend op drie aandoeningen middels een hielprik waarbij bloed wordt afgenomen uit de baby´s hiel:
- AGS – Adrenogenitaal syndroom (Ziekte van de bijnier die leidt tot verstoring van de hormoonproductie, komt voor bij 1 op de 12.000 kinderen)
- CHT – Congenitale hypothyreoidie (Hierbij werkt de schildklier onvoldoende, komt voor bij 1 op de ruim 3.000 kinderen)
- PKU – Phenylketonurie (Erfelijke stoornis in de stofwisseling, komt voor bij 1 op de 18.000 kinderen)
De hielprik wordt tussen de vijfde en de zesde levensdag uitgevoerd, telende vanaf de geboorte als dag 1.Het is nl. erg belangrijk dat bovenstaande aandoeningen zo snel mogelijk dienen te zijn opgespoord om schade aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling te voorkomen of te beperken. De ziekten zijn bij vroege ontdekking goed te behandelen; PKU met een dieet, CHT en AGS met medicijnen.
Wij komen tijdens het kraambed bij u thuis en nemen met een hielprik enkele druppels bloed af bij uw kind. De formulieren en het prikkertje krijgt u bij aangifte van uw kind van de gemeente. Het is vaak prettig voor uw baby om zorgen dat het voetje van de baby lekker warm is voor het prikje, dan is de bloeddoorstroming beter. Als uw kind nog in het ziekenhuis ligt, wordt de hielprik daar gedaan. Ook dan is het noodzakelijk eerst aangifte te hebben gedaan voordat de prik kan plaats vinden. Het bloed wordt in het laboratorium van het IJsseland ziekenhuis onderzocht. Als de hoeveelheid afgenomen bloed te weinig blijkt voor het onderzoek, wordt de hielprik overgedaan.
U ontvangt GEEN bericht als de uitslag van het laboratoriumonderzoek GOED is.